Hoe schakel je verstandig met jouw MTB?

Wanneer je (voor het eerst op een mountainbike) met de mountainbike op stap gaat, kan het zo zijn dat je niet precies weet hoe het schakelsysteem werkt. Dit is namelijk wel wat anders dan bijvoorbeeld een e-bike of schoolfiets. Verder is het nauwkeurig schakelen ook erg belangrijk bij een mountainbike. Hoe en wanneer je het beste kunt schakelen lees je in onze blog! 

Oefening baart kunst

Net als bij zoveel dingen; oefenen, oefenen en oefenen. Je zult al snel merken dat het schakelen een automatisme gaat worden. Schakelen lukt je dan al snel ‘gewoon’ op gevoel. Hieronder enkele tips die je kunnen helpen wanneer je net begint met mountainbiken.

• Schakel nooit tussen je voorbladen (als er meerdere voorbladen zijn) als je veel kracht uitoefent op je pedalen. Deze kracht oefen je uit wanneer je je uiterste best doet om de klim te halen of wanneer je jouw fiets kameraad voorbij wilt sprinten op het vlakke stuk. Gebruik bij kracht zetten dus zo veel mogelijk je achter bladen. Wil je toch graag voor schakelen? Probeer dan de druk op de pedalen te verminderen wanneer je schakelt.
• Als je maar één voorblad hebt hoef je dus niet naar je voorste blad om te kijken. Je kunt dan eigenlijk altijd schakelen! Echter gelden wel de regels die gelden voor het schakelen met voorderailleur; als je schakelt zorg dan voor minder belasting op de pedalen (en ketting) zodat het schakelmoment soepel kan verlopen.

De meeste gevorderde mountainbikers willen met één enkel voorblad rijden. Deze systemen schakelen soepel & zonder fouten mits ze goed afgesteld en niet versleten zijn. Als rijder hoef je je dan niet druk te maken of je systeem wel schakelt en welke handelingen je verder nog moet verrichten. Je hoeft je alleen ‘maar’ te focussen op het tactisch schakelen waarbij je verzet in combinatie met je trap- frequentie en vermogen optimaal is.

Kijk vooruit en lees het parcours

Als mountainbiker zal je merken dat je veel meer het parcours vooruit moet lezen en hierop te anticiperen. Hierbij belangrijk zijn: je houding, de lijn die je rijdt en je verzet. Voor de juiste houding op de fiets kijk je enkele meters vooruit. Zo kun je bijvoorbeeld al op de pedalen gaan staan voordat er een ‘obstacle’ (kombocht, gat, boomwortel, etc.) komt.

Voor de goede lijn die je neemt kijk je uiteraard ook enkele meters vooruit. Je bepaalt op voorhand al of je een bocht ruim neemt of juist kort afsnijdt. Op basis hiervan bepaal je ook het juiste verzet, deze heb je namelijk al gekozen voordat je druk op je pedalen uitvoert. Hiermee bedoelen wij dus op de pedalen staan, een bocht insturen of een obstakel nemen. Als je op een van deze momenten nog moet schakelen is dat namelijk verre van ideaal, en dat zal je dan ook merken.

Schakelen tijdens het klimmen

Je kijkt vooruit en ziet daar een behoorlijk steile klim waarbij je op je pedalen moet gaan staan. Dat betekent terugschakelen zodat je met het juiste verzet de klim opgaat. Beslis je om zo lang mogelijk op je zadel te blijven zitten dan kun je natuurlijk stapsgewijs schakelen. Zittend zet je namelijk minder kracht op je pedalen. Welk verzet precies nodig is, is per fietser verschillend. Denk hierbij aan je eigen vermogen die je kan leveren. De één zal met een zwaarder verzet makkelijker boven komen waar een ander toch echt wat tandjes lichter moet trappen.

Schakelen in een bocht, ja of nee?

Liever voor de tijd. Een bocht moet je, net als bij een klim, van te voren al anticiperen. Een bocht ga je in met een bepaalde snelheid. Afhankelijk van de scherpte en de ondergrond kun je uiteraard altijd nog remmen. Hiervan uitgaande heb je na de bocht vaak dus een lichter verzet nodig om weer zo snel mogelijk door te fietsen. Net als bij het klimmen doe je dit alvast voor de bocht. Zorg wel dat je niet teveel terugschakelt. Afhankelijk van de ondergrond (modder, droogte, etc.) kan je achterwiel dan namelijk wegslippen. Kombochten zijn daarentegen juist een mooie uitzondering, deze bochten zijn gemaakt om met snelheid in te gaan, hier is schakelen vaak niet eens nodig.